Joëlle Milquet blijft pal achter haar politiemensen staan!

In de Kamer van Volksvertegenwoordigers vond op 27/02/2013 een geanimeerd gesprek plaats tussen Minister van Binnenlandse Zaken Milquet en parlementsleden Denis Ducarme en Peter Logghe, n.a.v. geweld tegen politie en de opleiding van politieagenten. De minister gaf toe dat haar diensten te weinig ondernemen om de politie te beschermen.

U vindt de integrale versie hieronder terug.Image

Denis Ducarme (MR): In het kader van een studie van het Comité P over het toenemende geweld tegen politieagenten, antwoordde 93 procent van de ondervraagde agenten al het slachtoffer van gewelddaden te zijn geweest. In 55 procent van de gevallen ging het om verbale agressie of een ongepast gebaar, in 31 procent van de gevallen om fysieke agressie. De besluiten van die studie trokken onze aandacht, vooral ook omdat sindsdien de zaak betreffende de politie van Mortsel aan het licht kwam. Volgens de Brusselse politie, die in het raam van de voormelde studie werd bevraagd, zijn de problemen te wijten aan de opleiding, die op dat vlak tekortschiet.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Mortsel wordt de schuld volledig bij de politie gelegd, wat een smet is op hun blazoen.

In zijn verslag wijst het Comité P op de leemten in de basisopleiding wat het aanpakken van conflictueuze of geweldsituaties betreft, op de onvoldoende toegankelijke extra opleidingen inzake stressmanagement en geweldbeheersing en op het feit dat de opleidingen onvoldoende aansluiten bij de realiteit. Ik wil er terzijde op wijzen dat het Comité P ook niet altijd blijk geeft van de grootste realiteitszin.

Bevestigt u de resultaten van dit onderzoek? Moeten er in verband met dit onderzoek nog andere resultaten aan het Parlement worden voorgelegd? Welke initiatieven zult u nemen naar aanleiding van dit onderzoek? Hebt u aan het Comité P gevraagd wijzigingen voor te stellen met betrekking tot de richtsnoeren voor agenten die met dergelijke situaties worden geconfronteerd en de opleidingen inzake geweldbeheersing? Ik vind niet dat het Comité P het best geplaatst is om dat te doen.

Peter Logghe (VB): Uit een bevraging van Brusselse politiemensen blijkt dat de  basisopleiding van de agenten niet aangepast is aan de realiteit van de straat, vooral dan in grootstedelijke gebieden.
Hoe zal men politiemensen meer en betere beveiliging bieden en hun een meer aangepaste opleiding geven? Wordt daarbij ook gedacht aan aangepaste gevechtstechnieken? Hoe wil men het geweld tegen zowel politiemensen als medewerkers van veiligheids- en gezondheidsdiensten strenger bestraffen?

Minister Joëlle Milquet (Frans): De bestrijding van geweldpleging tegen politieagenten en het terugdringen van het gebruik van geweld door de politie zelf zijn twee kanten van een zelfde benadering. Na de incidenten in Brussel in 2010 heeft de Senaatsvoorzitter het Comité P gevraagd het gebruik van vuurwapens te onderzoeken. Op eigen initiatief heeft het Comité P de scope van het onderzoek uitgebreid tot de problematiek van geweld tegen politiemensen. In oktober 2011 heeft het Comité een aantal aanbevelingen geformuleerd.

(Nederlands) We hebben, samen met de vakbonden, een actieplan ontwikkeld met betrekking tot geweld tegen de politie. Daarnaast is er een rondzendbrief over de rechtshulp aan personeelsleden van de politiediensten die slachtoffer zijn van gewelddaden. Bovendien wordt er een ontwerp van KB voorbereid over de rechtsbijstand, evenals een ontwerp van MB over het stroomlijnen van de arbeidstijdorganisatie voor de personeelsleden. Er staan hiernaast nog andere initiatieven op stapel.

(Frans) Het Comité P vindt het niet aangewezen in dit stadium besluiten te trekken of aanbevelingen te formuleren. Dat zal gebeuren na een evaluatie van het geheel van maatregelen.

(Nederlands) Subwerkgroepen binnen die werkgroepen pakken diverse facetten van het geweld tegen politieagenten aan: een groep voor preventie, voorlichting en opleiding, een groep voor de analyse van het geweldfenomeen, een groep voor de nazorg en de begeleiding van het slachtoffer en een groep voor de opvolging en de snelheid van de gerechtelijke procedure.

(Frans) Wat de werkgroep inzake preventie, sensibilisering en opleiding betreft, werd er aanbevolen het aantal lesuren over geweldbeheersing op te voeren en die opleiding verplicht te maken, de expertise van de lesgevers hieromtrent te poolen, de inrichting van de leslokalen te verbeteren en de training aan de functie-eisen aan te passen. Aangezien alle politieagenten ook op hun fysieke conditie moeten letten, moeten de lokale en federale politiezones een beleid ter zake op poten zetten. Ik heb reeds gevraagd dat die aanbevelingen zouden worden vertaald in concrete opleidingsvoorstellen die in de volgende modules kunnen worden opgenomen.

Naar aanleiding van het probleem in Antwerpen heb ik het Comité P gevraagd aanbevelingen te formuleren over het gecontroleerde gebruik van geweld door politieagenten: teneinde dergelijke drama’s te voorkomen, moeten er duidelijker procedures worden uitgewerkt, onder meer met een toelichting over de menselijke anatomie.

Image

Denis Ducarme (MR): We zullen afwachten hoe de door de minister opgesomde projecten handen en voeten zullen krijgen.

U heeft verklaard dat men niet in zwart-witdenken mocht vervallen als het om de veiligheid van het politiepersoneel gaat. Als u zegt dat u het Comité P gevraagd heeft aanbevelingen voor te bereiden om de politiemensen uit te leggen hoever ze kunnen gaan zonder dat er doden vallen…

Minister Joëlle Milquet (Frans): Ik heb dat zo niet gezegd!

Denis Ducarme (MR): Maar dat is wel wat u bedoelde.

Minister Joëlle Milquet (Frans): Helemaal niet. Mijnheer Ducarme, simplismen vind ik verwerpelijk. Ik heb mijn Franse ambtgenoot Manuel Valls maandag ontmoet, en hij heeft exact dezelfde benadering als ik. Onze politieagenten worden geconfronteerd met buitengewoon moeilijke situaties. Soms – zoals in Antwerpen – hebben de mensen psychiatrische hulp nodig en is het bijzonder lastig om hen in bedwang te houden.
Opleiding is uitermate belangrijk en de nascholing moet ongetwijfeld nog worden uitgebreid.

U heeft me woorden in de mond gelegd die ik nooit gebruikt heb. Ik sta pal achter de politiemensen. Ik denk dat we onvoldoende ondernemen om hen te beschermen. We hebben een grote voorlichtingscampagne op poten gezet en we komen sinds enkele maanden bijeen om een kader voor hen vast te leggen. We hebben begrip voor de soms hachelijke situaties, maar we moeten dezelfde aanpak aanhouden en de politiemensen met de beste tools uitrusten om te voorkomen dat ze in zeer gespannen situaties zelf het slachtoffer van geweld zouden worden.

Denis Ducarme (MR): Als u drie jaar na de feiten de onmiddellijke schorsing van de politieagent eist en stelt dat men moet nadenken over de aanbevelingen ter aanvulling van de operationele instructies ten behoeve van de politiemensen die met dergelijke situaties geconfronteerd worden, dan ontstaat de indruk dat sommige politieagenten niet in staat zijn zich tijdens bepaalde acties te beheersen.

Uit de manier waarop een en ander naar voren werd gebracht, blijkt dat u stelling hebt genomen tegen de politiediensten en de politieagenten.

Minister Joëlle Milquet (Frans): Ik wil niet aan platte politiek doen. Als er dodelijke slachtoffers vallen, is dat altijd even erg, aan welke kant dat ook gebeurt. Ik zou in mijn opdracht tekortgeschoten zijn als ik niet had gezegd dat bepaalde zaken moeten veranderen, gelet op wat er is gebeurd. Ik viseer niemand. Toen een aantal politieagenten werden verwezen naar de correctionele rechtbank voor het mishandelen van illegalen in een station, heb ik een schorsing gevraagd. Een agent heeft ook een voorbeeldfunctie en wij moeten die rol veiligstellen. Wij moeten er alles aan doen om zijn taak te vergemakkelijken en tevens bepaalde situaties en de gevolgen die deze meebrengen, voorkomen. Ik neem geen stelling tegen deze of gene. Wat gewelddaden betreft, is de aanpak altijd dezelfde.

Denis Ducarme (MR): U had in herinnering kunnen brengen dat uit het onderzoek is gebleken dat 31 procent van de politieagenten het slachtoffer is geweest van agressie.

Minister Joëlle Milquet (Frans): U moet mij niet vertellen hoe ik mijn werk moet doen.

Denis Ducarme (MR): Ik wil u zeggen hoe uw communicatie overkwam.

Minister Joëlle Milquet (Frans): Het is veeleer hoe u probeert er uw voordeel mee te doen.

Denis Ducarme (MR): Bij de agenten is uw reactie aangekomen als een aanval. Voor het overige probeer ik alleen maar controle uit te oefenen in mijn hoedanigheid van parlementslid.

Het zou al te gemakkelijk zijn om uw eigen woorden tegen u te gebruiken en te zeggen dat u aan platte politiek doet, maar dit dossier gaat wel over politiemensen die moeten werken in zeer moeilijke omstandigheden. Uiteraard moeten de opleidingen meer aangepast zijn aan het geweld, maar u had een beetje gematigder mogen zijn.

Minister Joëlle Milquet (Frans): Ik ben heel gematigd!

Denis Ducarme (MR): Dat komt niet zo over, en u moet kritiek kunnen aanvaarden. Ik zal niet zeggen dat u aan platte politiek doet, maar uw beleid scheert ook niet altijd hoge toppen.

Peter Logghe (VB): Tegen wanneer verwacht de minister de aanbevelingen van het
Comité P?

Minister Joëlle Milquet: De verhoging van de bestraffing van geweld op politiemensen en op andere dragers van het openbaar ambt is een bevoegdheid van de minister van Justitie. Als wij echter gepast willen reageren en de motivatie van de mensen op het terrein hoog willen houden, is het tijd om alles in een geïntegreerd plan samen te voegen. Alleen inzetten op nazorg, rechtshulp en rechtsbijstand zal niet helpen, hoe belangrijk dit alles ook is.

Het incident is gesloten.

Aan intellectuele oneerlijkheid grenzende veralgemening

In De Morgen van zaterdag 2 maart krijgt de voorzitter van de Liga voor Mensenrechten een forum om zijn visie te geven m.b.t. geweld door politie. Hij gaat daarbij hoofdzakelijk ongenuanceerd en karikaturaal te werk. Zijn opinie vindt u hier.

In het eerste deel van zijn opiniestuk geeft meester Vander Velpen correct weer hoe er, na de zerotolerance geïnspireerde politiejaren, wettelijke initiatieven kwamen om hier paal en perk aan te stellen. Wanneer hij echter begint te schermen met cijfers over politiegeweld van het Comité P en, weinig controleerbare, ervaringen van advocaten, maakt hij er al snel een karikatuur van. Goochelen met cijfers is één ding, ze juist kaderen getuigt van morele moed. Jos Vander Velpen stelt dat het Comité P in 2010 174 klachten kreeg over politiegeweld. Hij zegt er niet bij dat uit het verleden blijkt dat  slechts 1 klacht op 6 gegrond is. Ik ontken niet dat er nog werk aan de winkel is, bijvoorbeeld qua adequate procedures bij grote manifestaties, maar op basis van dit cijfer beweren dat geweld door politie een chronisch probleem is, vervormt de waarheid. Ik onthoud uit de verslagen van het Comité P vooral dat er nog heel wat schort aan de basisopleiding.

Het is een aan intellectuele oneerlijkheid grenzende veralgemening als meester Vander Velpen vervolgens stelt dat advocaten bij hun bezoek aan een politiebureau soms mismeesterde verdachten met blauwe ogen of met een gebroken neus/kaak ontmoeten en vervolgens insinueert dat hoofdzakelijk allochtonen hier het slachtoffer van zijn en, in mindere mate, dronken personen. Hij besluit zijn karikatuur met het, eenzijdig weergegeven, beeld van een groep agenten die een persoon, op weg naar huis, zonder aanwijsbare reden molesteerden. Als ongenuanceerde poging om een hele beroepsgroep in diskrediet te brengen, kan dit tellen.

In het laatste deel van zijn betoog beklaagt de voorzitter van de Liga voor mensenrechten zich erover dat het parket zo weinig politiemensen vervolgt of dat de zittende magistratuur slechts sporadisch een gevangenisstraf oplegt. Een minder vooringenomen buitenstaander besluit dan dat veel politiemensen inderdaad onterecht deel uitmaken van een opsporingsonderzoek of van rechtsvervolging. De voorzitter vergeet ook dat er binnen de geïntegreerde politie een stringent tuchtstatuut van toepassing is. Op het ogenblik dat er een onderzoek lastens een politieman (M/V) start,  kan de bevoegde overheid hem voorlopig schorsen of herplaatsen – met alle nadelige pecuniaire gevolgen van dien – doch riskeert de gezagsdrager vervolgens zowel gerechtelijke als een administratieve vervolging. De tuchtoverheid beschikt over een uitgebreid pallet aan mogelijkheden om, eens het voorafgaand onderzoek is afgerond, de politiebeambte het juiste signaal te geven om zijn gedrag bij te sturen. Een schorsing of terugzetting in weddeschaal heeft niet alleen financiële repercussies voor de betrokken agent, maar impliceert ook negatieve gevolgen voor aankomende bevorderingen en voor zijn pensioen. Het betekent zeker niet dat politiemensen vrijuit gaan wanneer de rechter geen straf oplegt.

Meester Vander Velpen doet er goed aan ook eens de jaarverslagen van de Tuchtraad door te nemen vooraleer hij de goegemeente wil laten geloven dat ontoelaatbare gedragingen zonder gevolg blijven.