“De politie gedraagt zich als witte weekdieren”

Jean-Marie DedeckerDe toekomstige burgervader van Middelkerke, Jean-Marie Dedecker, stemde toe in een interview met mij voor het ledenblad van het NSPV, de vakorganisatie van de politie. Het ging hoofdzakelijk over de politiewerking, maar ook o.a. matchfixing en de koning kwamen aan bod.

Alvast enkele opwarmertjes:

“Politiemensen zijn geüniformeerde belastingsinners geworden.”

Op de vraag of politieagenten fit genoeg zijn:

“Neen er zitten heel veel postzegels bij en dat komt ook door de feminisering van onze maatschappij, van het leger, van de politie, ….”

Op de vraag of er een probleem is met rekrutering en selectie:

“Ik heb de indruk dat de psychologen in de politiescholen eerder welzijnsknuffelaars zoekt in plaats van mensen met ballen aan hun lijf en haar op hun tanden. ”

Het volledige interview vind je hier.

Eerder interviewde ik wijlen Jean-Luc Dehaene en Brice De Ruyver. Meer recent kwamen Steven De Smet, Jonathan Holslag en Hans Bourlon aan bod.

 

De politiehervorming lokaal bekeken

Meer dan 10 jaar geleden interviewde ik wijlen Jean-Luc Dehaene, toen burgemeester van Vilvoorde, om na te gaan wat hij vond van de politiehervorming.

jean-luc_dehaene

Verhelderend om nu eens te herlezen. Visionaire inzichten…

Even doorklikken via de link hieronder.

interview-dehaene

interview-dehaene-vervolg

Hoe is het politielandschap intussen gewijzigd? Het antwoord hierop lees je ook op mijn blog => Organized crime, disorganized police?

Organized crime, disorganized police?

digitalSommige politiemensen stelden nog processen-verbaal op met een typemachine. Thans krijgen de ploegen hun opdrachten doorgestuurd via een tablet en is hun patrouillevoertuig voorzien van een ‘mobile office’. Volstaat deze transformatie om als politieorganisatie aan toekomstige verwachtingen te voldoen, vooral nu digitaal het nieuwe normaal is?

Om een antwoord op deze vraag te vinden, besluit ik mijn oor te luister te leggen bij Steven De Smet, berucht en beroemd in het Belgische politielandschap. Velen onder jullie kennen hem waarschijnlijk als ‘de Flik’ op sociale media. Reeds in 2012 schreef hij het boek ‘De Nieuwe Politie’, waarin hij de invloed van – de toen opkomende- digitalisering binnen onze organisatie schetst. In België zijn de meeste inspecteurs nog steeds gebonden aan Word 6 wanneer zij in ISLP een proces-verbaal willen opstellen, terwijl onderzoekers in Nederland al aan digitaal buurtonderzoek doen via een politie-app. Mijn openingsvraag is dan ook of hij, sinds het verschijnen van zijn boek, vindt dat de politieorganisatie voldoende in de juiste richting is geëvolueerd? Zijn antwoord is kort en krachtig: “Neen”. Wanneer ik hem om verduidelijking vraag, waarschuwt hij dat, wanneer de beleidsmakers geen volledig nieuwe structuren uittekenen, doordrongen van de filosofie van het digitale tijdperk, we als politieorganisatie het pleit verliezen. Hij vat deze filosofie samen als ‘vlak, samen en delen’. HR-specialisten beamen het nut van een vlakke structuur. Beslissingen worden niet top-down opgedrongen, maar groeien vanuit de medewerkers. Zij voelen zich zo meer betrokken bij het beslissingsproces, met als gevolg een groter draagvlak.

Vervolgens stipt hij het belang aan van het functioneren in een netwerk. “Netwerken zijn zo oud als de straat. Mensen hebben altijd in stammen of groepen geleefd en binnen die groepen een netwerk opgebouwd waarbinnen ze meer contact hadden met de ene dan met de andere. Netwerken doen we dus allemaal, ook als je je daarvan niet bewust bent, bvb wanneer je rondvraagt waar je goede condities krijgt bij de aanschaf van een nieuwe wagen of je contacten legt in de sportclub. Netwerken is wel geëvolueerd van een (on)bewuste activiteit naar moderne business strategie, waarvoor je zelfs cursussen kunt volgen. Het is dan ook niet evident om te leren hoe je toegang en een plaatsje verwerft in een grootschalig en complex professioneel netwerk.”

netwerk

Elk netwerk heeft minstens drie knooppunten of relaties

Doorheen hun loopbaan bouwen politiemensen heel wat kennis op. Kennis delen is kennis vermenigvuldigen. Al snel evolueert ons gesprek naar zijn stokpaardje: de sociale media. Laat dit het ideale instrument zijn om onze kennis te delen. Bevlogen doceert hij: “Sociale media en de digitalisering van de maatschappij kunnen we vanuit de politie op twee manieren bekijken: een instrumentele en een transformerende manier. Voorlopig ligt de nadruk nog op de instrumentele toepassing van sociale media in politiewerk. Toch is het misschien beter om je af te vragen wat haar transformerende rol kan zijn voor de politie. Met andere woorden, het gaat niet om wat de politie kan doen met digitalisering, maar wat de digitalisering met de politie doet. We zullen moeten zien dat de politieorganisatie in de markt blijft door zich voldoende aan te passen aan het huidige digitale klimaat. Het is motiverend om alle lokale en individuele inspanningen en realisaties te volgen; laat ons leren uit elkaars experimenten en ervaringen. Maar ik denk dat we allemaal akkoord gaan dat het moment is aangebroken om het wat grootser aan te pakken. Het is nu aan de hogere echelons om deze transformatie van de politie, de implementatie van nieuwe informatiekanalen en het structureren van bijkomende communicatiesystemen op zich te nemen. Het kan niet de bedoeling zijn dat elke politiezone het warm water moet uitvinden en dat we nu processen uitproberen waar onze noorderburen al een jaar of twee ervaring mee hebben. Het is tijd dat er op federaal en zelfs internationaal niveau wat knopen doorgehakt worden.”

Zijn sociale media wel een prioriteit in tijden van terroristische dreiging en klimaatopwarming?

“Als we het niet doen, gaan we eruit! Anderen zijn wel succesvol op de kar gesprongen.”

Zoals?

“Een goed voorbeeld is Islamitische Staat. IS heeft over de hele wereld een angstklimaat weten te creëren door onthoofdingsfilmpjes via sociale media te verspreiden. Het effect hiervan dijde uit als een olievlek of je de filmpjes nu gezien had of niet. Wij lieten de sociale media voor wat ze waren. We hadden er enkel kritiek op en lieten het terrein over aan de terroristen.”

cybercrimeStijgt het gevaar van cyberaanvallen niet, naarmate we als organisatie digitaliseren? Hoe kunnen we ons hier tegen wapenen?

“Als een organisatie de kennis niet in huis heeft, moet ze deze extern durven gaan zoeken. Ik werd recent gecontacteerd door hackers die mij waarschuwden voor wat zich afspeelt op het darknet. De regeltjes werken niet meer. Waarom zouden we, op contractuele basis, ethische hackers geen job aanbieden om bepaalde bedreigingen aan te pakken? Sommige misdrijven kunnen we niet aan met personeel dat een klassieke politieopleiding heeft genoten.”

Externen inschakelen? Hierop leg ik hem het voorstel voor van professor Derrick Gosselin. De professor heeft een wetenschappelijke methode voor het toekomstdenken opgesteld. Samengevat komt het erop neer dat je in gesprek gaat met experts binnen een vakgebied, vooral dan met experts die het grondig met mekaar oneens zijn. Het resultaat hiervan leg je samen met wetenschappelijk onderzoek en beschikbare trendanalyses. Op deze manier kom je tot verschillende opties voor de toekomst. Belangrijk is dat je indicatoren inbouwt die je vervolgens gaat monitoren.

Zou een dergelijke denktank, met name ‘een politioneel toekomstinstituut’, geen slimme zet zijn om gestructureerd het hoofd te kunnen bieden aan de op ons afkomende bedreigingen?

“Dit is de bedoeling met de oprichting van het ComitéD zoals onze minister van Binnenlandse Zaken beloofde op de inspiratiesessie #veilig2020 van 30 juni 2016. Het zou gaan om een disruptief comité dat kan anticiperen op onverwachte aanvallen die buiten de klassieke patronen vallen. Dat comité is nu in een verkennende fase, maar Jambon wil het zo snel mogelijk installeren.”

Als uitsmijter besluit ik ‘De Flik’ nog enkele dilemma’s voor te leggen.

Snelle responsteams (SRT) of wijkpolitie?

“Wat gaan de SRT doen wanneer ze geen informatie hebben?”

De wijkinspecteur is volgens HCP De Smet de uitgelezen persoon om de informatie aan te leveren. ”Ik versta dat de SRT nodig zijn, maar bij het goed aanwenden van de informatie eigenlijk overbodig zijn.” 

Extra bevoegdheden voor de private veiligheid: een kans of bedreiging?

“De taken keren stilaan terug naar waar ze horen. Stewards fouilleren toch ook, waarom zouden privébewakers dit niet mogen? De grens voor mij is: voor welke taak heb je een wapen nodig?”

Hij voegt er nog aan toe dat in tijden van terreur de politie niet op iedere kermis of braderie moet aanwezig zijn. De organisatoren van het evenement zijn ook verantwoordelijk voor de veiligheid en moeten de kosten hiervan niet afwentelen op de overheid.

Zerotolerance of kennisgeoriënteerde probleemoplossers?

Hier twijfelt Steven De Smet. “Als je zerotolerance dient toe te passen, hebben de beleidsmakers jaren aan een stuk een foutief beleid gevoerd.”

Tevens is hij echter van mening dat je hier niet tussen kunt kiezen, omdat ze beide ‘functionaliteiten’ zijn die onder de grote politieparaplu horen.

Thuiswerken voor politiemensen op alle niveau’s: realistisch of utopie?

“Waarom moet een wijkagent steeds opereren vanuit zijn bureau? Dit draait rond vertrouwen en erkenning.”

Stilaan komt er een einde aan ons gesprek. Wanneer ik de deur uitwandel geeft hij mij nog mee dat een werkdag er ongeveer als volgt zou moeten uitzien: 70% van je tijd voer je geplande taken uit, 20% besteed je aan taken die je morgen en overmorgen moet uitvoeren en 10% aan toekomstige taken. In realiteit ben je vooral bezig met ‘the shit from yesterday’. We moeten ons dringend focussen op de 10%!

 

Alain Peeters

De stille doder

Na de verschillende hittegolven van de voorbije weken, zijn de Belgen thans in normalere weersomstandigheden terecht gekomen. De herfst staat voor de deur en Koning Winter trekt alvast de wacht op in de gang. Weldra schakelen we massaal onze verbrandingstoestellen in en sluiten we ramen en deuren om de koude en de tocht buiten te houden. Een stille doder wacht geduldig af en bepaalde weersomstandigheden werken in zijn voordeel.

phpydigvham
Koning Winter is ingetreden

Ieder jaar sterven 40 tot 50 mensen aan een koolstofmonoxidevergiftiging (CO-vergiftiging) in België. Een veelvoud komt in het ziekenhuis terecht met een CO-intoxicatie.Veelal gaat het om jongvolwassenen. Dokters leggen, op basis van de vrij algemene symptomen, meer bepaald hoofdpijn, duizeligheid en braken, onvoldoende of te laat het verband met de hoofdoorzaak: een gebrek aan zuurstof. Koolstofmonoxide is een kleurloos, reukloos en niet-irriterend gas dat vrijkomt bij het verbrandingsproces en dat zich snel in de woning verspreidt. Wanneer de longen dit gas opnemen, stikt de persoon langzaam, want koolstofmonoxide hecht zich sneller aan de rode bloedcellen dan zuurstof, zodat er al snel een zuurstoftekort optreedt. Enkele minuten later bestaat de mogelijkheid dat de persoon het bewustzijn verliest en kan de dood intreden.

CO ontstaat bij een onvolledige verbranding van o.a. mazout, gas, papier, hout of steenkool. Vanaf het ogenblik dat er een vlam aanwezig is, bestaat de kans op CO-vergiftiging. Gezien het gas lichter is dan lucht en zich snel verspreidt, dreigt het gevaar ook in kamers waar er geen verbranding plaats vindt.

phpb9m53ham
Een eerder gedateerde geiser

Ook het weer speelt in de kaarten van deze stille doder. De volgende weersomstandigheden vormen een bijkomend risico: rustig weer, mistig weer en zonnig weer tijdens een koude periode (ken je trouwens het verschil tussen een vorst- en een ijsdag?), gezien bij dergelijke weertypes een terugslag van de verbrandingsgassen reëel is. De gassen verspreiden zich via de schouw terug in de woning in plaats van op te lossen in de buitenlucht. Vergis je echter niet: ook bij zeer winderig weer verhoogt de kans op CO-intoxicatie, gezien de verbrandingsgassen mogelijks terug in de schouw worden geblazen.

phpsqrn6oam
Mistig weer, CO-gevaar!

Bij temperatuurinversie gaat er best ook een belletje rinkelen. Normaliter daalt de temperatuur met de hoogte, doch bij inversie gebeurt dit niet, waardoor er zich een warme luchtlaag nestelt boven onze hoofden. De warme luchtlaag zorgt ervoor dat de schouwen minder goed trekken en dat de woning na een poosje als het ware gehuld is in een vervuilde luchtbel, doordat de verbrandingsgassen ter plaatse blijven met een verhoogd risico op CO-vergiftiging als gevolg.

Vooral in de herfst en winter vormen bovenstaande weersomstandigheden een extra risico, omdat we de koude op allerlei manieren willen buiten houden. Eerst en vooral zijn onze woningen thans beter geïsoleerd, waardoor er sowieso al minder luchtaanvoer is. In deze periode van het jaar openen we ramen en deuren slechts sporadisch  Tevens sluiten we ventilatoropeningen af en dichten we kieren, met als gevolg een quasi ‘lockdown’. Wanneer er in dit milieu een onvolledige verbranding plaats vindt, loopt de bewoner een groot gevaar.

Nu geweten is hoe de stille doder toeslaat, liggen preventiemaatregelen voor de hand:

  • Voer voldoende verse lucht aan. Dicht ventilatoropeningen niet af, laat kieren voor wat ze zijn en voorzie een niet-afsluitbaar rooster in de ruimte waar het verbrandingstoestel zich bevindt;
  • Geen langdurig gebruik van een keukengeiser zonder schoorsteenaansluiting voor douche en bad;
  • Correct gebruik van het verbrandingstoestel, voldoende aanvoer van verse lucht en regelmatig onderhoud. Laat je bijstaan door een vakman bij de aankoop, installatie en onderhoud;
  • Een goed werkende schoorsteen of rookgasafvoer is primordiaal;
  • De vlam van het gastoestel moet blauw branden. Een geel/oranje vlam wijst op een onvolledige verbranding! CO-alert!
  • Gebruik een barbecue of terrasverwarmer enkel in open lucht;
  • Plaats een CO-detector, maar veronachtzaam de bovenstaande preventiemaatregelen niet, gezien dergelijke detector een vals gevoel van veiligheid kan geven. De detector (batterij, sensor) vergt op zich ook onderhoud;
  • Laat je wagen niet draaien in een gesloten garage.

Heb je (of verschillende personen op hetzelfde ogenblik) last van duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid of braakneigingen? Doen de klachten zich steeds voor in gelijkaardige omstandigheden? Raadpleeg dan zeker een arts of het Antigifcentrum. Bij acuut gevaar bel je onmiddellijk het nummer 112.

Hou het veilig!

Drie redenen om vuurwerk te bannen.

Naar aanleiding van de column ‘Laat vuurwerk knallen’ van Jan Segers in het HLN van 29 december 2015 besloot ik de auteur te antwoorden, gezien ik het niet eens ben met zijn oproep. Hieronder vind je de uitgewerkte versie van mijn reactie.

vuurwerk

Na het lezen van uw column vandaag, meen ik dat er maar één iemand kortzichtig is: u.

Ik verslikte mij al in mijn koffie bij het lezen van de titel ‘Laat vuurwerk knallen’. Vreemd genoeg gaat ¾ van het artikel niet over vuurwerk, maar geeft u een genuanceerde kijk op het voorval waarbij een militair gefotografeerd werd met een cadeautje in zijn hand, terwijl hij op patrouille was. Naar analogie met de gemeenschapsgerichte politie (COP) kunnen we inderdaad spreken van COM: community oriented military.

Naar het einde van uw column denk ik dat de vermoeidheid toesloeg, want dan lijkt u ervan overtuigd dat een samenleving vuurwerk nodig heeft om het nieuwe jaar in te zetten. Volgens mij blijft u in het verleden hangen.

U bent van mening dat burgemeesters die vuurwerk verbieden kortzichtig zijn… ik vind hen visionair. In eerste instantie zie ik drie redenen om vuurwerk te bannen:

Menselijk leed

Het grootste gevaar bij het afsteken van vuurwerk zijn brandwonden. brandwondeHoewel het aantal slachtoffers in dalende lijn evolueert, werden er bij de jaarwisseling 2014/2015 in Nederland 574 mensen gewond, waarvan 40 % aan de hand.
Vele slachtoffers ondergaan nadien een operatie om te voorkomen dat zij een ledemaat verliezen, doch soms is dit onvermijdelijk. Gehoor- en gezichtsschade zijn tevens veel voorkomend bij het gebruik van pyrothechnische middelen. Kinderen vormen een risicogroep!

Onprofessionele gebruikers van vuurwerk veroorzaken ook ieder jaar ernstige en minder ernstige brandschade. Vaak enkel wat oppervlakkige schade aan bvb. een dak van een huis of de carrosserie van een wagen, maar soms ook met desastreuze gevolgen.

brandschade

Milieuschade

Tijdens de feeststemming staat slechts een enkeling hier bij stil: wat komt er eigenlijk allemaal vrij wanneer we met z’n allen vuurpijlen de lucht injagen? Duizenden kilogrammen giftige stoffen, waaronder barium, strontium en titaan, die nadien in het milieu terecht komen met als bonus grote hoeveelheden fijn stof dat we rechtstreeks inademen.

Dierenwelzijn

Vele huisdieren en vee zijn ieder jaar het slachtoffer van, voornamelijk particulier, vuurwerk. Uit angst voor de knallen of de lichtflitsen lopen ze weg of breken ze uit, waarbij ze zichzelf verwonden of mogelijks zelfs verkeersongevallen veroorzaken. In het beste geval treft hun baasje hen uren of dagen nadien getraumatiseerd aan in het plaatselijk asiel. Wanneer hij/zij minder geluk heeft overleed de trouwe metgezel aan een hartstilstand of kwam al vluchtend om het leven bij een aanrijding.

Gelukkig hebben de beleidsmakers steeds meer oog voor het hierboven aangehaalde leed en investeren de verschillende bestuursniveaus in preventiecampagnes. nieuws-knallend-plezier-maar-niet-voor-uw-dier-affiche-2015_tcm5-66350Treffende voorbeelden zijn de affiches van de provincie Vlaams-Brabant en van de samenwerking van politie en verschillende gemeenten in de Kempen.

Voor velen heeft vuurwerk een hoge spektakelwaarde en zelfs een esthetisch aspect, zodat er steeds vraag naar zal zijn. Een empathische, doch risicobeperkende burgemeester komt hieraan tegemoet door zelf vuurwerk te organiseren, bijgestaan door professionele kunstenaars en onder het toeziend oog van de brandweer. Een ideale gelegenheid om nieuwjaarswensen uit te wisselen tijdens een flitsend volksgebeuren. Hier staat tegenover dat de overheid particuliere initiatieven sterk ontraadt en liefst verbiedt.

vuurwerk.indd

Mijn hond werd aangevallen door een andere hond. Wat nu?

Deze week vernam ik het spijtige nieuws dat de hond van een kennis overleed na de aanval van een soortgenoot. Mijn eerste gedachte was: hoe kom je dit verdriet te boven? Vervolgens vroeg ik mij af in welke mate de houder van het aanvallende dier hiervoor aansprakelijk is? Wat als de hond een mens gebeten had? Hoe kan ik als slachtoffer eventueel de schade verhalen?

hondenbeet

Om deze vragen te beantwoorden grasduinde ik door de verschillende wetgevingen die in België van toepassing zijn. Ik startte met het burgerlijk wetboek.

Art. 1382. Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden. Dit is het algemene aansprakelijkheidsartikel. Belangrijk hierbij is het causaal verband.

Art. 1383. Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.

Het burgerlijk wetboek voorziet ook een specifiek artikel voor onze situatie:

Art. 1385. De eigenaar van een dier, of, terwijl hij het in gebruik heeft, degene die zich ervan bedient, is aansprakelijk voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was.

Als het duidelijk is dat de tegenpartij aansprakelijk is en deze de schade wil vergoeden – wanneer zij over een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering (‘ne familial’) beschikt is de bereidheid al iets groter – kunnen jullie de zaak snel afhandelen. Indien er echter discussie is over de verantwoordelijkheid en/of de eigenaar (houder) wil de zaak niet onderling regelen, zal er een rechter aan te pas komen. Als aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, draait de hoeder van de hond voor de kosten op.

De rechter zal het baasje echter niet altijd (volledig) aansprakelijk stellen. Een recent arrest van het hof van beroep te Brussel stelt dat, indien het slachtoffer een fout beging die aanleiding gaf tot het gedrag van het dier, de eigenaar of bewaarder van het dier van de aansprakelijkheid is vrijgesteld.

Bekijken we de vraag eens op basis van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

Aan de hand van deze wet (en uitvoeringsbesluiten) kan je vooral nagaan of de houder/verzorger van een dier dit doet volgens de opgenomen criteria, doch deze wet biedt ook hulp om malafide hondeneigenaars te stoppen. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan een macho die met zijn aanvalshond een bepaalde buurt terroriseert en regelmatig bijtincidenten uitlokt.

Het eerste artikel van deze wet is veruit het belangrijkste: Niemand mag wetens handelingen plegen die niet door deze wet zijn voorzien en die tot doel hebben dat een dier nutteloos omkomt of nutteloos een verminking, letsel of pijn ondergaat.

Ook artikel 36 van de wet op het dierenwelzijn is nuttig om te onthouden, want dit artikel bepaalt dat hij die de aanvalsdrift van een dier opdrijft door het op te hitsen tegen een ander dier (= ook mens) strafbaar is.

hondenmuil

Hoe ga je dit nu allemaal bewijzen?

Indien er getuigen zijn van het incident is dit in principe voldoende om burgerrechtelijk een zaak aan te spannen via de vrederechter. Op deze manier ben je wel afhankelijk van de goodwill van derden.

Ik zou eerder de politie ter plaatse roepen, gezien het bijtincident vermoedelijk ook strafrechtelijke implicaties heeft.  Wat vinden we terug in het strafwetboek?

Belangrijk is het onderscheid tussen wie er gebeten is. Werd je zelf gebeten en is er opzet in het spel, zullen de politiemensen een proces-verbaal opstellen voor slagen en verwondingen. Zij zullen de hond vermoedelijk  als wapen beschouwen en dit zo vermelden in hun proces-verbaal. De zwaarte van de straf zal o.a. afhangen van (zonder volledig te willen zijn):

  • Al dan niet voorbedachtheid
  • De aard van de opgelopen letsels (dit toon je aan a.d.h.v. een medisch attest)
  • Drijfveer van het misdrijf is haat tegen een persoon omwille van ras, huidskleur, geaardheid,…
  • Agressie tegen beschermd persoon
  • Verschonings- en rechtvaardigingsgronden

Indien je onopzettelijk werd gebeten, kan je proces-verbaal laten opstellen wegens onopzettelijke slagen en verwondingen. Volgende bestanddelen dienen dan wel samen aanwezig te zijn:

  • Er is een fout begaan die bestaat uit een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg
  • Die fout heeft verwondingen tot gevolg
  • Er bestaat een oorzakelijk verband
De rechter zal hierover oordelen.
De rechter zal hierover oordelen.

Ik kom terug op de titel van deze bijdrage. Wat als mijn hond werd aangevallen. Welke kwalificatie kunnen de politiemensen dan weerhouden?

Spijtig genoeg beschouwt de wetgever een hond als object, als niet meer dan een voorwerp. Dit impliceert dat je, indien je hond door een soortgenoot werd aangevallen en er letsels aan overhoudt, proces-verbaal kan laten opstellen voor opzettelijke of onopzettelijke beschadigingen van een roerend goed. Vergeet ook het artikel van de dierenwelzijnswet niet, indien de andere hond door het baasje werd ‘opgefokt’.

Bij de kwalificatie ‘onopzettelijke beschadiging van een onroerend goed’ wil ik nog aanstippen dat er een verschil is wanneer er geweld of bedreiging tegenover een persoon aan te pas kwam. Als er louter sprake is van de ene hond die de andere aanvalt, betreft het een dossier voor de politierechtbank. Ga steeds langs bij een dierenarts om de opgelopen verwondingen van je trouwe viervoeter te laten attesteren.

Voor de volledigheid voeg ik er ook aan toe dat het strafwetboek sancties voorziet voor iemand die buiten noodzaak een hond doodt of zwaar letstel toebrengt op een plaats waarvan de houder van het dier eigenaar, huurder of pachter is.

Wanneer je als slachtoffer een proces-verbaal laat opstellen, neem dan zeker het statuut van benadeelde persoon aan en vraag de voorziene brochure voor slachtoffers, zodat je in een later stadium je rechten kunt laten gelden.

Ten slotte bevatten de gemeentelijke administratieve sancties (het GAS-regelement) in jouw gemeente vermoedelijk een artikel op basis waarvan de bevoegde dienst de hondeneigenaar die zijn dier los laat lopen, met eventuele kwalijke gevolgen, kan bekeuren.

Als slachtoffer heb je er alle belang bij dat de politie ter plaatse komt en een proces-verbaal opstelt op basis van de hierboven aangehaalde wetgeving. Hou in het achterhoofd dat ieder incident een feitenkwestie blijft en de rechter zal oordelen wie in welke mate aansprakelijk is.

8 tips om het juiste aandeel te kiezen

Je hebt als BB (beginnende belegger) bepaald op welke beurs/zen je je wilt toeleggen, maar hoe maak je vervolgens de juiste keuze tussen de overvloed aan bedrijven om jouw portefeuille in modus ‘groei’ te zetten? Onderstaande criteria helpen jou alvast op weg. (bron: Reuters)

Vroeger nog aan toonder, vandaag virtueel.
  1. De “Groei”rating is gebaseerd op de evolutie van de omzet va het bedrijf tussen het laatste afgesloten jaar en de volgende 3 jaar volgens de schattingen van de analisten.
    Hoe hoger de (relatieve) groei van de omzet, hoe beter de rating.
  2. De “Waardering”rating is gebaseerd op de verhouding tussen de waarde van het bedrijf en zijn omzet.
    Hoe kleiner de verhouding, hoe beter de rating.
  3. De “Herziening”rating is gebaseerd op de evolutie van de schattingen van de winst per aandeel (WPA) van het bedrijf.
    Hoe hoger de analisten de recente schattingen van de WPA herzien (relatief), hoe beter de rating.
  4. De rating “Financiële Toestand” is gebaseerd op de nettoschulden van het bedrijf (positieve cashflow*) en zijn EBITDA (resultaat voor rente, belastingen, afschrijvingen en herwaarderingen), vergeleken met zijn omzetcijfer.
    Hoe meer liquide middelen het bedrijf heeft en creëert, hoe beter.
  5. De “Rentabiliteit”rating is gebaseerd op het netto-inkomen van het bedrijf voor het lopende en het volgende jaar door analisten.
    Hoe hoger dit inkomen, hoe beter de rating.
  6. De “Publicatie”rating is gebaseerd op de vorige publicaties van de onderneming vergeleken met de verwachtingen van de analisten.
    Hoe hoger de publicatie van het bedrijf ten opzichte van de consensus, hoe beter.
  7. De “Transparantie”rating is gebaseerd op de spreiding van de verwachtingen van de analisten met betrekking tot de bedrijfsactiviteit voor de volgende jaren.
    Hoe beter de verwachtingen geconcentreerd zijn, hoe beter de rating.
  8. De K/W (koers/winst) verhouding is de verhouding tussen de koers van het aandeel en de nettowinst per aandeel voor het lopende en het volgende jaar. Het meet het aantal keren dat de winst per aandeel vervat is in de beurskoers.
    Hoe kleiner de K/W, hoe beter de rating.

Allemaal goed en wel, maar waar vind ik deze ratings? Via de financiële pers, zoals De Tijd, of via jouw online beursplatform.

Deze ratings helpen je alvast bij de fundamentele analyse van een aandeel. Technische analyse is een verhaal apart, maar door gewoon de beursactualiteit te volgen stoot je vaak op cruciale informatie om jouw portefeuille naar een hoger niveau te tillen.

“Dan mag je geen medicijnen meer nemen”

Knap verwoord!

Stijn Bruers, the rational ethicist

In een opiniestuk vraagt Dirk Draulans aan Danny Flies van het ADC of hij medicatie zou weigeren als hij ooit kanker zou krijgen, omdat die medicatie getest werd op dieren.
Ik word dat argument zo beu dat ik besloot eens met een duidelijk tegenvoorbeeld af te komen. Een voorbeeld van onethisch medisch onderzoek op mensen. Ik heb veel voorbeelden gevonden, maar eentje in het bijzonder: hepatitis vaccins.

Dus aan al diegenen die met de drogreden afkomen dat antidierproevenactivisten geen medicatie mogen nemen: willen jullie dan ook hepatitis vaccins  afschaffen?

De onderzoeker Saul Krugman (die later voorzitter van de American Pediatric Society zou worden) voerde in de jaren ’50 en ’60 onderzoek naar hepatitis. Hij infecteerde doelbewust mentaal gehandicapte kinderen van het Willowbrook State School in New York met hepatitis door ze bv. uitwerpselen van zieke kinderen te laten eten. Jawel, volgens voorstanders van dierproeven zouden we experimenten op dieren mogen…

View original post 275 woorden meer

Wat flik je me nu?

Wat flik je me nu?

Een onderzoek naar geweld tegen politie.
Ik zat in de werkgroep fenomeenanalyse. Een warme oproep om de aanbevelingen (of zeker sommige ervan) op korte termijn te realiseren.

Het meest dringende: de hiërarchische lijn sensibiliseren en (sommige) collega’s over de drempel helpen om in te gaan op de aangeboden hulp, wanneer ze met een traumatische gebeurtenis, hetgeen geweld tegen ons beroep ontegensprekelijk is, in aanraking komen.

Good practices steeds welkom!

Syndicaal verlof?

Risico lopend jouw ongefundeerde boutade meer zuurstof te geven, wens ik, als afgevaardigde met meer dan 10 jaar syndicale ervaring op de teller, hierop toch te reageren.

Wie denk je dat de manifestatie van woensdag as. organiseert.

Niet langer een schietschijf!
Niet langer een schietschijf!

Zowel voor als achter de schermen is het een drukte van jewelste, maken wij afspraken, gaan wij langs bij busmaatschappijen, treffen wij logistieke voorbereidingen, etc. Sinds de aankondiging van de actie staat mijn telefoon roodgloeiend en puilt mijn mailbox uit met berichten die allemaal een antwoord vergen. Oh ja, dit alles buiten de diensturen tot ’s avonds laat en ook op dit eigenste moment in het weekend.
Zonder de honderden afgevaardigden zou een gestructureerde manifestatie, als deze al tot stand kwam, veel minder impact hebben. Om te verhinderen dat zij de dag van de manifestatie met dienst worden bevolen en hun verantwoordelijke rol niet kunnen opnemen, hebben zij recht op een dag syndicaal verlof.
Zonder de honderden, goed opgeleide, afgevaardigden geen syndicale werking in de zones en diensten. Wie zou jou vertegenwoordigen op het BOC, CPBW, tijdens de rondgang van de gebouwen? Bij wie zou je terecht kunnen wanneer de aangifte van een arbeidsongeval niet loopt zoals voorzien, je bepaalde statutair voorziene rechten miszegd worden of je een tuchtsanctie dreigt op te lopen?

Wie helpt jou op weg?
Wie helpt jou op weg?

Het is dankzij de inzet van vele honderden afgevaardigden dat sommige personeelsdiensten minder moeten opzoeken, want collega’s met een vraag wenden zich eerst tot de afgevaardigde,omdat hij weet dat deze zich onbaatzuchtig met de zoektocht naar het antwoord zal bezig houden, wederom tot ’s avonds laat en in het weekend.
De dagen syndicaal verlof zorgen ervoor dat wij afgevaardigden kunnen vergaderen/overleggen/problemen uitklaren/oplossingen bieden en zelf opleidingen (tucht, welzijn, onderhandelen,…) volgen en examens afleggen.
Ten slotte: wijs me één plaatselijke syndicale afgevaardigde aan die 60 dagen syndicaal verlof per jaar opneemt. Met dergelijke uitlatingen bagatelliseer je de inzet van collega’s die zich dagelijks inzetten en stigmatiseer je hen er bovenop. Zij bieden dikwijls al voldoende weerstand aan hun eigen overheid om hun vakbondswerk te kunnen doen, zodat jouw insinuaties hun werk alleen maar extra hypothekeren, maar…neem gerust contact op als ik je ergens mee kan helpen!